De Nederlandse watersector staat door de krappe arbeidsmarkt voor een enorme uitdaging. GMB stelt dat de sector aantrekkelijker moet worden gemaakt: “De krapte op de arbeidsmarkt vereist structurele veranderingen. Met tweefasencontracten 2.0 vergroten we het werkplezier en verbeteren we de projecten.”
Gerrit Jan van de Pol, algemeen directeur van GMB, is duidelijk: “Wie de mensen heeft, heeft het werk. Bij projecten voor waterveiligheid, drinkwaterproductie en bij dijkversterkingen wordt het voor opdrachtgevers steeds moeilijker om capaciteit in te huren. Terwijl onze sector een aanzienlijke maatschappelijke impact heeft, doordat we direct bijdragen aan de veiligheid van Nederland. Dat verhaal moeten we als branche nog veel beter communiceren.”
Edwin van der Poel, directeur GMB Civiel: “Om de goede mensen te behouden en nieuwe instroom te borgen, moeten we de sector aantrekkelijker maken. De nadruk leggen op samenwerking vanuit vertrouwen, want niemand werkt graag vanuit wantrouwen. Samen de schouders onder een project zetten, waarbij je met respect voor elkaars belangen je kennis en ervaring inbrengt. Dat levert veel meer werkplezier op én aantoonbaar betere projecten.”
Gerrit Jan van de Pol (foto: Cobouw)
In de krappe arbeidsmarkt merkt GMB dat de zogenaamde ‘zachte’ aspecten het verschil maken. Gerrit Jan: “In onze visie is werkplezier de bepalende succesfactor. Mensen die zich gehoord voelen, serieus worden genomen en open en transparant kunnen samenwerken, maken het verschil in je organisatie. Dit geldt overigens niet alleen voor aannemers; ook bij opdrachtgevers, partners en ingenieursbureaus halen mensen veel meer voldoening uit hun werk.”
Edwin van der Poel
In alle sectoren zoeken opdrachtgevers naar oplossingen voor de capaciteitsproblemen. Gerrit Jan: “Je ziet dat bijvoorbeeld ook defensie en TenneT structurele samenwerkingen willen aangaan, om verzekerd te zijn van voldoende capaciteit. In onze marktsegmenten worden raamcontracten steeds gebruikelijker en bij de dijkversterkingen werken we, binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) met tweefasencontracten. We merken dat alle betrokkenen daar zeer enthousiast over zijn.”
Edwin vat de positieve ervaringen samen: “Bij de dijkversterking Wolferen-Sprok zijn we driekwart jaar eerder klaar dan oorspronkelijk gedacht. Ook bij Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat en Gorinchem-Waardenburg realiseren we met onze partners en de waterschappen voorspelbare projecten, zonder gezeur, sneller en binnen budget. Met enthousiaste teams, omdat mensen in hun kracht staan en op een transparante en open manier samenwerken. De bouwteams hebben hierdoor ook uitdagingen zoals corona en geopolitieke ontwikkelingen succesvol aangepakt.”
Dijkversterking Wolferen-Sprok (foto: Jorrit Lousberg)
Gerrit Jan: “Een groot voordeel van de tweefasenaanpak is dat projecten voorspelbaarder en beheersbaarder worden. Dankzij het HWBP, onderdeel van het Deltaprogramma, is er een stabiele programmering met een langetermijnhorizon ontstaan. Dit biedt niet alleen rust in de projectplanning, maar ook zekerheid voor professionals die in de sector werken.”
“Toch worden dijken duurder. Niet omdat we inefficiënt werken, maar door strengere eisen. Technische eisen die resulteren in zwaardere ontwerpen. Maar denk ook aan emissieloos werken, ecologische randvoorwaarden, het beperken van trillingen, en aanvoer over water om kwetsbare wegen te ontzien. Al deze maatregelen zijn maatschappelijk wenselijk, maar drukken wel op de kostprijs. Bestuurlijke keuzes vragen daarom om meer inzicht in uitvoeringsgevolgen én bijbehorende kosten.”
Tweefasencontracten vragen om een zorgvuldige balans tussen vertrouwen en controle. Gerrit Jan: “Omdat er niet traditioneel wordt aanbesteed, en aannemers al vroeg worden betrokken, zijn subsidieverstrekkers kritisch over de marktconformiteit van prijzen. Daarom zijn instrumenten zoals kostentafels, externe toetsingen en transparante onderbouwingen van interne tarieven essentieel om het vertrouwen te waarborgen.”
Edwin benadrukt een belangrijk aandachtspunt bij de tweefasenaanpak: “Doordat er in de eerste fase al veel risico’s worden opgelost, vallen de realisatiekosten vaak lager uit dan bij traditionele projectvormen. Omdat de hogere startkosten dubbel en dwars worden terugverdiend, moet het succes niet alleen worden afgemeten aan de kosten van de planfase.”
Dijkversterking Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat
Wat GMB betreft worden de tweefasencontracten doorontwikkeld. Gerrit Jan: “Om als watersector succesvol en aantrekkelijk te blijven moeten we de aanpak verder professionaliseren. Wij stellen voor om de stap te zetten naar ‘tweefase 2.0’, waarin HWBP, waterschappen en marktpartijen nog meer als één keten gaan samenwerken. Vanuit één lijn, transparant en met gezamenlijke belangen. Waarbij er geen verschillen zijn tussen de afspraken tussen marktpartijen en waterschappen, en waterschappen en het HWBP. En contracten worden gestuurd vanuit leidende principes, zowel sociaal, contractueel als financieel.”
Edwin: “Bij die professionalisering hoort ook het standaardiseren van processen en het verder ontwikkelen van alliantie-elementen. Daarnaast is het belangrijk om gezamenlijke risicobeheersing centraal te stellen in plaats van risicoverdeling, en te voorkomen dat er dubbele teams worden ingezet. Maar het gaat niet alleen om formele werkwijzen en processen. Er is een breed gedragen cultuuromslag nodig, waarbij vertrouwen centraal staat zodat het succes niet afhangt van enkele enthousiaste projectteamleden.”
Volgens GMB moet de sector in beweging komen. Gerrit Jan: “Om de uitdagingen die voor ons liggen te realiseren, hebben we betrokken en gemotiveerde mensen nodig, die hun werk met plezier doen. Effectievere samenwerking, zoals met ‘tweefase 2.0’, is daarbij absolute noodzaak.”
Locatie
Munnikenland
Opdrachtgever
Waterschap Rivierenland
Bekijk de referentie
Locatie
Overdiepse polder bij Waalwijk
Opdrachtgever
Rijksoverheid
Bekijk de referentie